Gist'ren, op 't schoolplein, toen was 't weer 'ns raak Toen riep Jochem: "Vuurtoren", dat doet die rotzak vaak Daarna zag ik een neger met een pikzwarte huid En omdat ik er zo de pest in had schold ik die toen uit
refr.: Een zwart gezicht of juist een wit of sproeten op de wang De scheldpartij is eindeloos en duurt al eeuwen lang
Vandaag heb ik gelachen, want een meisje schold me uit Het ging weer eens een keertje over m'n zwarte huid Toen ik werd uitgescholden, toen schoot ik in de lach Dat meisje had het roodste haar, dat ik van m'n leven zag En meestal roek ik "Kaaskop" of "Bleekscheet" of zoiets Maar tegen zo'n rooie vuurtoren riep ik gewoon maar niets
refr.
Als een kind maar iets bijzonders heeft: een bril, een moedervlek Dan begint de scheldpartij en dat is toch te gek Als de merel nou zou lachen om de lijster of de spreeuw Of de regen zou gaan schelden op de hagel of de sneeuw Nee, zo gek is de merel niet, maar jij, jij bent dat wel Als jij op de Molukkers scheldt, vanwege hun bruine vel Dus, ga je nu maar schamen, met een rooie kop En dat verdomde schelden: hou daar nu eens mee op
refr.(4x)
Een zwart gezicht of juist een wit of sproeten op de wang