Ik schuim de straten af en volg het dievenspoor met schooiers en soldaten, hun petten op een oor. Ik til mijn rokken op voor smoelen wild en stom, die in het donker grijnzen als ik ze tegenkom.
Als ik 's avonds de kroeg versier, gaat mijn naam in het rond bij het blond schuimend bier.
Malle Babbe komt, Malle Babbe komt hier, lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier. Malle Babbe is blond, Malle Babbe is rond, een zoen op je mond, Malle Babbe, je lekkere... ja ja.
En zondags in de kerk, dan zitten jullie daar, stijf als een houten plank, met spijkers in je kop te kijken in je bank. Een zwart lakens pak aan je zondige lijf, bang voor de duivel en bang voor je wijf, ja. En zuinig een cent in het zakje doen. Zo koop je je ziel weer terug en je fatsoen.
En ik moet achteraan in het donker ergens staan zoals het hoort.
Ik ken ze een voor een, de heren van fatsoen, ik zal ze nooit vergeten zoals ze mij wel doen. Hoe vaak heb ik hun kop, bezopen, stom en geil, niet aan mijn borst gehad, mijn lijf nat van hun kwijl.
Als ik 's avonds de kroeg versier, gaat mijn naam in het rond bij het blond schuimend bier.
Malle Babbe komt, Malle Babbe komt hier, lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier. Malle Babbe is blond, Malle Babbe is rond, een zoen op je mond, Malle Babbe, je lekkere... ja ja.
Maar eens dan komt de dag, dan luiden ze de klok, dan draag ik witte bloemen en linten aan mijn rok. Dan zal ik met mijn man gearmd de kerk uitgaan, nou zeg, wat zullen ze dan kijken, daar denk ik altijd aan.
Als ik 's avonds de kroeg versier, gaat mijn naam in het rond bij het blond schuimend bier.
Malle Babbe komt, Malle Babbe komt hier, lekker stuk, malle meid, lekker dier van plezier. Malle Babbe is blond, Malle Babbe is rond, een zoen op je mond, Malle Babbe, je lekkere... ja ja.