Mensenlief, waar gaan we toch naar toe Ze doen op deze wereldbol niets anders mee als knokken Mensenlief, dat maakt mij toch zo moe Ze gooien barricades op en slaan mekaar met stokken We lopen maar te mokken en sukkelen maar door We werken ons de pokken en we weten niet waar voor
refr.: Mensenlief, een waarheid als een koe De vrouwen die zijn stapelgek en de mannen zijn mesjokke Mensenlief, waar gaan we toch naar toe De vrouwen die zijn stapelgek en de mannen zijn mesjokke Hotelehotelehotelehotelehotelehotelebotel Hotelehotelehotelehotelehotelehotelebotel
Mensenlief, waar gaan we toch naar toe Een dame met een rattenkop, een heer met lange lokken Mensenlief, we spelen kiekeboe De vrouw is ge-emancipeerd, de man een held op sokken Een broek vervangt de rokken, dat is een groot bezwaar De geiten en de bokken hou je niet meer uit elkaar
refr.
Mensenlief, waar gaan we toch naar toe We worden allemaal zenuwziek in onze woningblokken Mensenlief, het is een radjetoe We jakkeren langs de grote weg en maken alsmaar brokken We lopen maar te jokken, d'r is niks aan de hand Maar tegen zoveel schokken is geen enkel mens bestand
refr.
Mensenlief, waar gaan we toch naar toe Het leven is een dure grap en iedereen moet dokken Mensenlief, we zitten fout en hoe Je krijgt de neiging om er maar voorgoed mee af te nokken We nemen grote slokken en vullen weer ons bord En verder blijft het gokken dat het eenmaal beter wordt