Kom aan boord!.. Let op het touw!.. Au!.. Ja, wat zei ik nou! Ach gat, heb je nog niets gehad? Schat, geef jij meneer eens wat. En speel op je hout, goud heb je in je strot. En vol springt het schip uit z'n hol.
Waar is Jan?.. Zeg dat ie komt. Verdomd, dat wordt lachen, man! Met hem erbij, je krijgt de schijterij. Wat jij! Zoals ie praten kan! En snuif als een leeuw, schreeuw in de zwarte zak. En spat al het vuil uit je gat.
Hij koerst op lucht en schijn, zonder haven, zonder vlag. Betoverd en gedoemd. De naam van het schip is 'De Nacht'.
Moet je zien, die is nu pas op. Hé, pop, doe even wat aan. Je haar zit nog vol kaviaar. En waar komt die schram vandaan? Ja, dans maar door, je deugt toch nergens voor. En drijf naar de hel, lekker wijf.
Eens gaat de kelder open, eens zingt het haaienkoor. Maar nu gaat 't nog even, even, altijd door, altijd door, altijd door. Altijd door, altijd door, altijd door.
Hou het roer, het hoeft niet recht. Nee, echt, ga maar heen en weer. De zee zuigt je mee. Nee, ons vinden ze niet meer. En praat met de ster, ver zijn wij alleen. En voel wat je bent in de poel.
Hij koerst op lucht en schijn, zonder haven, zonder vlag. Betoverd en gedoemd. De naam van het schip is 'De Nacht'.