He, moeder, toen wij een hele tijd geleden naar de haven zijn gereden van Rotterdam En ik met twee hele lange zoenen op je wangen van jou afscheid nam En toen ik zeven maanden later, na zeven maanden water, op dat eiland aan kwam Een kleine haat, al lang vergeten, weet je moe hoe zul je heten de Oeboeloe stam
Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Onder de klamboe, onder de klamboe, onder de klamboe
He, moeder, hier waar de hemel altijd blauw is, 't mijne ook van jou is en van iedereen Hier is het hele leven zalig, de vrouwen erg inhalig maar wel alleen Wat betreft gezinsuitbreiding, als je ziet wat een toewijding, wil je nergens meer heen D'r komt een bruiloft op het eiland, 't wordt er een van mij want ik hoef er maar een
Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Onder de klamboe, onder de klamboe, onder de klamboe
He, moeder, zat je ook maar op dit eiland, was je reuma zo voorbij want de warmte hier Die is zo goed voor oude benen, al je pijn is zo verdwenen, ja de manier Waarop de oudste inboorlingen lopen rond te springen van plezier Omdat een ieder met je meeleeft is er niemand die idee heeft van gezeur en gemier
Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Hieke Hoeke Hakke Hanne Henkie Hoekema Onder de klamboe, onder de klamboe, onder de klamboe