Er is een tijd geweest dat ik het warme nest wilde verlaten Dat m’n vleugels breder waren dan de muren van ons huis Ik zou op zoek gaan naar mezelf, ging met de dieren praten Want ik voelde mij uiteindelijk bij de mensen niet meer thuis
En ik ging zwerven door de wereld, verbrak toen elke band Met m’n lief, m’n oude leven, zelfs met m’n vaderland Ik had een wereld aan m’n voeten die ik op slag veranderen kon Maar op het einde van de reis stond ik weer waar ik begon
Dus moest ik groter dan mezelf mijn eigen grenzen overschrijden Verder reiken dan de dood en het leven mij beperkt Ik zou geschiedenis gaan schrijven en de mensen gaan verblijden Of toch minstens door mijn daden eeuwig worden opgemerkt
Da dai da…
En zo ging ik mij verdiepen in de kunst van het gebaar Leerde zingen, leerde spelen, werd emotiehandelaar Ik dacht mezelf terug te vinden in een rol mij toebedeeld Tot ik besefte dat ik nog geen dag mezelf had gespeeld
De waarheid moest van binnen komen, uit het diepste van mijn ziel Ik wilde weten of er daar wat zat, dat mij ook echt beviel Begon te graven in mijn dromen, mijn illusies en m’n hart En ontdekte dat ambitie zelfs mijn verbeelding tart
En ik besefte dat ik nooit al wat ik wenste kon bereiken Dat ik tevreden met mezelf het allermooiste al bezat En dat de liefde van de mensen je misschien wel kan verrijken Maar daarbij nooit mag verliezen wat je steeds al hebt gehad
Dai da
Toen ik die les had begrepen, keek ik eindelijk om me heen En zag naast me plots een man die uit het duister weer verscheen Hij slaat z’n armen om me heen, kijkt me aan terwijl hij lacht En zegt: “Daar ben je dan, de vrouw waarop ik zolang heb gewacht”