Hij is een hele kleine jongen Een kind als iedereen De oude lucht nog in zijn longen Houdt hem op de been En dan kijkt hij naar de foto Herkent heel vaag die man Hij zal honderd keer vragen Wat hij niet onthouden kan
God in alle eenvoud Wonder van een man God in alle eenvoud… Bestaat die dan?
Hij is de opa van mijn dochter, mijn zoontjes hobbelpaard Hij was voorzichtig en vooruitziend Hij heeft zijn leven lang gespaard Wat zou hij gaan genieten Elk moment vergaat Driemaal daags de bloemen gieten Dat heb je al gedaan
God in alle eenvoud Wonder van een man God in alle eenvoud… Bestaat die dan?
De minnaar van mijn moeder Schuifelt door een gang De man die mij behoedde Staart naar het behang De glimlach om zijn mond Als ik de kamer binnenkom Maar wie ik ben, of ik bestond Het werd een open vraag voor
God in alle eenvoud Wonder van een man God in alle eenvoud Kan dat dan?
God in alle eenvoud Wonder van een man God in alle eenvoud Kan dat dan?
God in zijn eenvoud God in alle eenvoud God in alle eenvoud God in alle eenvoud Ja dat kan