Op weg naar nergens, aan de andere kant van't pad Blauwe ogen. Je las, denk ik, maar wat Ik wilde wel wat zeggen, maar het lukte me niet echt Toen brak jij de stilte: "Is dit station Dordrecht" Een steek van binnen en een rooie kop Wachtend op mijn antwoord stond jij op Ik zei: "Ik denk het", maar ik wist het niet 'k Wilde buiten kijken als jij mijn blik maar losliet Die allereerste keer dat je stem weerklonk
Dat was het begin dat was dus de vonk
refr.: Van het vuur der liefde met zijn grillige gezicht De vlammen laaien op, je staat te branden in het licht Je hart wordt zo verlicht, maar donker evensnel Het vuur der liefde is voor iedereen veel te fel
Ik stapte uit met jou, ik wist nog niet waarom Ik wilde met je mee, omdat ik niet ander kon Je vroeg me mee nar binnen en na dat glaasje wijn Voelde ik lippen en bedankte ik de trein Dat was het moment dat jij me met je mee nam De vonk was gesprongen en dat werd dus de vlam
refr.
's Avonds, in jou armen, vergat ik mijn retour Verstrengeld in elkaar, samen op de vloer De warmte van mijn lichaam en de hitte in jouw stem Een zee van vlammen, gevangen in jou klem De vonk die was begonnen, de vlam die hield toch stand En die twee samen zorgde voor de brand
refr.
Ik duwde je opzij en stapte uit jouw bed Stil bleef je liggen, was jij misschien bezet Nooit zal ik het weten, het einde van dit spel Het vuur der liefde doofde veel te snel Eerst een vonk, een vlam, wat later een brand was Ligt nu alleen te smeulen, dat is dus de as