refr.: Goeiemorgen. Goeiemiddag. Het zit zo; ik ben een klant. Oh ja? Goeiemorgen. Goeiemiddag. Een klant, wat interessant. Goeiemorgen. Goeiemiddag. Wat heeft u hier zoal? Nou, goeiemorgen. Goeiemiddag. We zijn dicht met carnaval. Goedemorgen. Goedemiddag. Maar wat heeft u hier dan wel? Goeiemorgen. Goeiemiddag. Ik heb alleen een winkelbel. Goeiemorgen. Goeiemiddag. Nou dan ga ik dan maar weer. Ja, goeiemorgen. Goeiemiddag. Tot de volgende keer. Ja.
Goeiemorgen. Goeiemiddag. Ik ben een klant. Heeft u bier? Bier? Ja. Wat voor bier? Nou gewoon..... bier. Ja, maar een pilsje, een fluitje, een tapje, een flesje, een meterbier, een glaasje uilenseik..... Wat voor bier? Een glaasie uilenseik? Ja, dat is weer nieuw. Oh, nou doet u die dan maar. Die hebben we niet. Wat heeft u dan voor bier? We hebben helemaal geen bier! Ooooh ja!
refr.
Goeiemorgen. Goeiemiddag. Ik ben een klant. Heeft u carnavalsmuziek? Wat voor carnavalsmuziek? Nou gewoon carnavalsmuziek. Ja, maar carnavalsmuziek van zal ik jou eens even van je hopfaldera, of euh valt er hier nog wat te zuipen Catherina, of euh pak me nou eens lekker bij m'n noonoonoo.... Wat voor carnavalsmuziek? Pak me nou eens lekker bij m'n noonoonoo? Ja, dat is weer nieuw. Oh, nou doet u die dan maar. Die hebben we niet. Wat hebt u dan voor carnavalsmuziek? We hebben helemaal geen carnavalsmuziek!
Goeiemorgen. Goeiemiddag. Het zit zo; ik ben een klant. Wat leuk. Goeiemorgen.-acapo