Door een kamerbrede woestijn, tot de nok gevuld met zand, trekt een karavaan met sprongen voorwaarts. (Zand in zand kameraden, zand in zand voor Feye.....) De hete woestijnwind giert om de tochtige hoeken van eeuwenoude piramides, dat het een lieve lust is. De temperatuur is opgelopen tot een hitte van een zandstraalkachel, en het beetje water dat de eenzame ruiters nog hebben is brak en lauw. Het karige rantsoen bestaat dagelijks uit een slok water, drie zandkoekjes en een zandaardappel de man. (Mag ik nog een zandkoekje?) Gezeten op de schepen der woestijn bestaat de bemanning uit zevenenveertig koppen (en een schotel). De gesprekken verzanden, de verveling viert hoogtij, men lurkt aan een pijpkaneel en vertelt elkaar schuine zandbakken. (Zegt die ene mummie tegen die andere mummie: Volgens mij ben jij verkeerd verbonden.) (Ik ken er nog een. Komt een Belgische mummie langs de grens en die vraagt aan een Vlaamse Gaai....) 's Avonds als de zon in het zand zakt en Klaas Vaak de mannen zand in de ogen komt strooien en een diepe rust de stilte verstoort, dromen de mannen van de koningin der woestijn. Faisah!!
refr.: Faisah, bloem van de woestijnen, Faisah, zo ben je de mijne, Faisah, open de gordijnen van je tent.
refr.(2x)
De volgende morgen, bij het krieken van de haan, (dat is een zandstormvogel) bestijgen de ruiters, na zich het zand uit de ogen te hebben gewreven, hun edele delen. Eh, pardon... kamelen. Het zal een dag vol bitter en ellende worden. Allereerst stuurt de karavaan op drijfzand aan, daarna worden zij geteisterd door een zandvlooienplaag, en alsof dat nog niet genoeg is verschijnen aan de kimmen Ali Baba en zijn veertig landrovers. (Pang, he... een lekke tulband) Het lijkt het wilde oosten wel, (Bij een kampvuur in de oase...) Waarbij menig dapper manschap in het zand bijt. (Hap, slik) Gelukkig ontsteekt er zich een verschrikkelijke zandstorm die de schurkachtige Nijlpaardendieven als droog zand uit elkaar doet vallen. Na hun wonden gelikt te hebben leggen de mannen zich te rusten op hun eenvoudige spijkerbedden. Sluiten de vermoeide oogleden en daar verschijnt hun nachtspiegeling. Faisah!!
refr.(3x)
En, ja hoor, op de derde dag, na uren op de droge zandweg te hebben voortgedenderd weerklinkt een rauwe kreet. (Zand in zicht!!!) Ja inderdaad, zand in zicht. Ogenblikkelijk wordt de zandloper vooruit gestuurd en de kamelen tot uiterste spoed aangespoord. En daar in de beschutting van een lieflijke oase, temidden van de wuifende palmbomen en droef neerhangende kokosmatten, daar woont ze. Extase in de oase, hun blanke slavink waarbij elke safari even binnen wipt. De vrouw die al haar kameeltjes op het droge heeft en haar spaarcentjes veilig op de zandbank. Ja, vers van de pers. Faisah!!
refr.(3x)
Hoort, zegt het zandvoort. (Die begrijp je natuurlijk niet!)