Kon ik het hem maar aan zijn verstand brengen, ik zie de dingen niet zoals hij ze ziet. Ik begrijp echt niet dat een wereld die zulke mooie dingen maakt, slecht is.
Moet je eens zien, wat er hier al ligt, zoiets is toch een geweldig gezicht. Vind je mij dan niet een kind? Een meisje dat alles heeft.
Zoveel gevonden, hier in de zee, als je hier rond kijkt, krijg je het idee. Het meisje dat dit heeft vergaart, tjah, die heeft alles wel.
Al die spulletjes vindt ik zo prachtig, ik bewonder ze iedere keer. wil je een dit-me-dat? 'k Heb er tachtig. 't Maakt niet uit, 't heeft geen zin, ik wil meer!
Ik wil eens zien waar de mensen zijn Ik wil eens zien hoe die mensen dansen Zij lopen rond op die, hoe noem je die? Ooh, voeten, heh. Slaan met je staart heeft geen enkele zin Benen zijn nodig voor springen, dansen, of als je wandelt op, hoe heet da ook weer? Straat.
Daar wil ik heen, als dat toch kon. Heerlijk genieten, warm in de zon. Dat is mijn wens, net als een mens, bij hen te zijn. Da's mijn idee, boven de zee wil ik graag leven Denk je eens in, een zeemeermin, lui op het strand. Niemand zal mij, daar op het land, hoop ik, ooit een standje geven. Daar zijn pa'tje en mamaatjes heel tolerant.
En ik zo graag als ik hen iets vraag, dat zij mij zeggen wat iets betekent. Wat is vuur? Nou, je ziet dat het, hoe noem je dat? Brandt.
Ik wil aan land, het lijkt me zo fijn. Ik wil omhoog naar de zonneschijn.
Dat is mijn wens, net als een mens, bij hen te zijn.