Er wordt een nieuwe dag geboren De alchemist haalt de dauw van het veld De hemel is nog mistig en grauw
Maar ik zie al plekjes blauw door de grijze januarimorgen Ik ben smoorverliefd op alles wat leeft En daarom zijn er weinig zorgen En de vogels worden wakker, de dappere overwinteraars En ik wil ze gaan begroeten, ik sta al met een been in de laars
Wondermooie planeet, ik heb je mensengod niet nodig Met een blik om me heen is ie kompleet overbodig Zo'n vulgaire verpersoonlijking van al het aardse schoon Zie ik niet zitten, daarvoor is het leven te buitengewoon
In de bossen, op de velden begroeten de dieren de nieuwe dag Ook de Bestenaar met zijn hagelkanon gaat op pad met een grimmige lach Zou hij nog 'n vos kunnen vermoorden dan komt ie misschien weer in de krant En waar blijft de journalist die schrijft: Gooi dit gajes aan de kant
En daar waar men zich beroept op jou, zijn de pantoffelhelden te vinden Die met jouw naam op de lippen dierenlijkjes tonen aan hun vrinden En de kerken vullen zich 's zondags met geprevel en gelal Van de misselijke bewonderaars die kicken op zo'n triest geval
De stilte wordt gezocht, als je haar vindt ben je bang Want de stem van je binnenste, die zwijgt al zo lang De radio, die praat voor je en de televisie kijkt En jij wacht op je hiernamaals, terwijl je over de prijzen zijkt