Ik ken 'r een meisje, haar naam is Katrien Die menige vrijer kon krijgen Een grappiger deerntje heb ik nooit gezien Maar wie haar ook vraagt, ze blijft zwijgen Ze denkt bij zichzelf: Ik blijf liever gezond Die mannen, het zijn me wel pijnen Ik heb ze niet nodig, ik heb al genoeg Als ik denk aan m'n koeien en zwijnen
refr.: Blond is Katrientje en blond is 't hooi Falderie, falderie dee Als ze haar tanden laat zien is ze mooi Falderie, falderie dee 's Morgens dan melkt ze de koe van m'n baas 's Middags dan karnt ze en kneedt ze de kaas Blond is Katrientje en blond is 't hooi Falderie, falderie dee
Bij 't hanengekraai zit Katrien aan 't ontbijt En slaat ze haar portie naar binnen Als d'anderen zeggen: "Nu heb ik genoeg" Zegt Trientje: "Ik ga pas beginnen" Ze wordt 'r niet dik van want slank is haar lijn Wel mollig, dat wil ze ook weten Ze zegt: " 'k Ben geen graat waaraan Moeder Natuur De vismaat totaal heeft vergeten"
refr.
Maar eens op een dag zal bij blonde Katrien De man die haar vindt nog wel komen Dan zal ze een vrouw zijn, zo flink en zo fier Als iedere man zich zal dromen Dan wordt ze het zonnetje van z'n bestaan Een moeder, die leeft voor haar kind'ren Die lacht om de zorgen voor 't dagelijks brood Wier levenslust nooit zal vermind'ren
's Morgens dan melkt ze de koe van d'r baas 's Middags dan karnt ze en kneedt ze de kaas Blond is Katrientje en blond is 't hooi Falderie, falderie dee, okee