In een klas met kleine kleuters Kakelende door elkaar Want 't was nog geen negen ure Zeiden ze dra tot elkaar "Wat heb jij nu op je boot'ram?" "Ik een eitje", "Ik heb worst" "En ik heb beschuit met muisjes" Zei de kleine Lies van Dorst
De juffrouw in de klas gekomen Zag toen Lies al peuz'lend staan "Lies wat ben je weer aan 't snoepen? Wacht tot 12 uur voortaan" "Juf, de ooievaar moet komen 'k Heb beschuit met muisjes nou Stien die zou mij komen halen Als de ooievaar komen zou"
Lies lette niet op de lessen Van de maag're schooljuffrouw Zat met kleine Ans te kletsen Wat de ooievaar brengen zou Of een broertje, of een zusje 't Was haar alles even wel Angstig zat ze maar te luist'ren Naar het kling'len van de bel
"Lies, krijg je hoedje en je mantel" Zei juf, met tranen in haar oog "Je kunt naar huis, Stien staat te wachten" Kleine Lies, ze sprong omhoog "Is 't een broertje, is 't een zusje?" "Neen", zei toen de juf bedeesd "Maar hoe kan dat nu?" zei Liesje "Dan is d' ooievaar niet geweest!"
Veertien daag zijn nauw verlopen Toen zei Lies weer: "Dag juffrouw" Kwam ze weer voor 't eerst naar school toe Kleine Lies, was in de rouw "Was d' ooievaar maar weggebleven" Zo klonk huilende haar bee "Hij bracht geen broertje, ook geen zusje Maar hij nam Mamaatje mee!"