Zuster, laat mij u kussen Ook al weet ik dat 't niet mag Gij zijt gezegend ondertussen Ik wist wel dat u mij zag Als de verleiding tot het verraad Ga met me mee, magere Maria 't Licht gaat uit, de poort sluit 't Is al laat
Ik wacht op u, bij de liguster In de kloostertuin Nu wacht de nacht op de zuster Verbaasde bomen in de tuin Blozen tot hun kruin Geef me 'n kus, zus De heer slaapt, ik leid je om de tuin Het grind kraakt, geen hond ontwaakt Met dit lome weer
Zuster, ik wil u kussen Ook al weet ik dat 't niet mag Gij zijt gezegend ondertussen Alleen voor deze ene keer
Je kijkt onwennig en bedeesd Maria, er is niemand die aan u tipt Geef je over aan het Lof der Liefde Een beetje gesjeesd, 'n beetje verknipt Dat wat je grieft, is 'de schuld', 't kwaad
De kus steeds flauwer De lus steeds nauwer; Nee zus, je hebt 't niet versmaad
Magere Maria drinkt nu 'n Tia Samen met Lia in 't vrouwenkafee Reeds gesjeesd maar nog steeds bedeesd Ging ze na d'r retraite Toch met me mee
Zuster Maria liet zich kussen Midden tussen het struweel De duistere krachten Het zijn de nachten Van de machtige minnestreel