Ik gooi het op de fax Dat ik zo van haar hou Ik gooi het op de fax Niet straks maar nu en gauw
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou
(Ik gooi het op de fax) (Ik gooi het op de fax)
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou
(Ik gooi het op de fax) (Ik gooi het op de fax)
Ik ken een heel mooi meisje op een reisbureau Wanneer ik in haar richting kijk dan lacht ze zo Maar als ik naar haar wenk en zeg 'hé kom eens hier' Dan kijkt ze weg en duikt meteen in haar papier Dus wil ze wel of geen contact Ik heb de knoop maar doorgehakt Ze zit daar immers naast dat apparaat
(Ik gooi het op de fax)
Ik gooi het op de fax Dat ik zo van haar hou (Ik gooi het op de fax) Ik gooi het op de fax Niet straks maar nu en gauw (Ik gooi het op de fax)
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou
(Ik gooi het op de fax) (Ik gooi het op de fax)
Een brief kan ook maar is mij toch te ouderwets De woorden worden onderweg al oud en flets Ja, inderdaad, dan heb je nog de telefoon Maar wat is dan de juiste tijd, de juiste toon Ik moet met flair maar met fatsoen iets ongewoon romantisch doen Ze zit daaar immers naast dat apparaat
(Ik gooi het op de fax)
Ik gooi het op de fax Dat ik zo van haar hou (Ik gooi het op de fax) Ik gooi het op de fax Niet straks maar nu en gauw (Ik gooi het op de fax)
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou
(Ik gooi het op de fax)
Wat ik geschreven heb, op hagelwit papier Duw ik vannacht nog even door m'n telefaxje hier En komt ze morgen bij de fax, op haar kantoor Dan neemt ze stiekem vlug m'n liefdesboodschap door
(Ik gooi het op de fax)
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou
(Ik gooi het op de fax)
Ze moet het dan maar lezen Dat wondermooie wezen Ik gooi het op de fax Hoe 'k van haar hou