We leven in een tijd van de soldaten Er zit rats, kuch en bonen in de lucht Want Mars toont z'n gezicht, Europa is ontwricht Dus ook ons kleine Nederland waakt moedig, voor z'n plicht Ons optimisme heeft ons niet verlaten Geen Nederlander slaakt een droeve zucht Wij werken alle mee, ter land en ook ter zee Brengt arm en rijk nu in praktijk, ons fier Jemaintiendrai
En we willen ons landje vrij Dus dienen, dat hoort er bij Maar als we met verlof gaan, zijn we als een kind zo blij Want legt de sergeant-majoor Ons de verlofpas voor Zegt heel het stel: "Ik dank je wel" en "We gaan er mee vandoor"
refr.: Twee maal vierentwintig uren Vrij van marsen en van wacht Langer kan 't feest niet duren Want dan roept de plicht: "Geef acht"
We slapen op de zolders bij de boeren Gaan 's avonds met de kippetjes op stok Wij staan, als goed soldaat, nu voor ons land paraat Soms winden wij onszelf eens op, en soms het prikkeldraad Z'n vredespolitiek blijft Holland voeren Wij dienen zonder morren of gemop Van grens tot aan 't strand Staat ergens in ons land Een dappere schaar voor zessen klaar Voor Neerlands dierb're grond
En we willen ons landje vrij Dus dienen, dat hoort er bij Maar als we met verlof gaan, zijn we als een kind zo blij Want legt de sergeant-majoor Ons de verlofpas voor Zegt heel het stel: "Ik dank je wel" en "We gaan er mee vandoor"