Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Sta ik in de keuken, hang ik over een pan Achmed breeduit in de kamer met de televisie an Mijn man Achmed, wat moet ik met zo'n man?
Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Kom ik terug van werken, zijn de kinderen al thuis In de keuken een ravage, Achmed in het koffiehuis Mijn man, ach, met zo'n man is het niet pluis
Ik mag thuis fijn op de kindjes blijven passen Mijn man Achmed, nee, die hoeft niet af te wassen Mijn man Achmed gaat fijn naar de kerk En ik zit thuis met mijn broek vol zilverwerk
Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Mijn man Achmed, wat heb ik aan zo'n man? Op zaterdagochtend naar de markt gaat 'ie mee Ik draag alle zware tassen, Achmed draagt de portemonnee Mijn man Achmed, wat moet je daar nou mee?
Maar mijn man Achmed, zo trouw als een kameel Mijn man Achmed, zo trouw als een kameel Vijf keer op een dag gaan bidden, dat is hem nog niet teveel Vijf keer op een dag een ander, dat is hem nog niet teveel Mijn man ach, met zo'n man is het niet veel