In de winkel, bij ons op de hoek, Ga ik me steeds meer verbazen Ze hebben d'r nooit meer wat ik zoek Van paarse bonen tot lichtgroene kazen En de muziek, die staat er steeds aan Maar je kan elkaar best nog verstaan
Oh, koolrabi met zwart karwij Mangosap met kalkoenenei Rammenas met ramboetan Dat staat ook zo leuk in de vensterbank Paarse lullen in een pot Of blauwe glibbers in het snot En ik ga maar zoeken naar m'n prei Maar die ligt er helaas weer niet bij
Opeens staat achter de grote kas Een zwarte man met een stofjas Hij is heel anders dan meneertje Smit Die was, op het pijnlijke af, haast wit Maar met die herrie aan m'n kop Kan ik niet denken en let ik niet op Als hij me vraagt of hij helpen moet Gooi ik alles omver, over zijn goeie goed Uit de speakers, die staan in de hoek Speelt de muziek terwijl ik maar zoek
Oh, koolrabi met zwart karwij Mangosap met kalkoenenei Rammenas met ramboetan Dat staat ook zo leuk in de vensterbank Paarse lullen in een pot Of blauwe glibbers in het snot En ik ga maar zoeken naar m'n prei Maar die ligt er helaas weer niet bij
Dan komt achter me binnen een grote vrouw Met een kleurige pet en een bos haar als touw Ze lacht me toe en ik zie: 't Is een vent 't Is m'n buurman, ik had hem nog niet herkend De muziek gaat steeds harder aan In een taal die ik niet kan verstaan
Ta a oewela kita oewa oewakkia Eh ohendela a bie e ta eh noewela Hoetetoe eh noewe bie eh tome tomola Annali poewa eh tawalai
Alles wat ik niet kan gebruiken Bij de kassa daar hangen pruiken Langzaam aan stroomt de winkel vol Naast het haar ligt een gele drol Dit weet ik zeker, dit is voor de hond Maar m'n buurman, die steekt zo een stuk in z'n mond De speakers, die staan bijna bol Het kleine winkeltje raakt overvol
Oh, koolrabi met zwart karwij Mangosap met kalkoenenei Rammenas met ramboetan Dat staat ook zo leuk in de vensterbank Paarse lullen in een pot Of blauwe glibbers in het snot En ik ga maar zoeken naar m'n prei Maar die ligt er helaas weer niet bij
Een gele familie sluit aan in de rij Met broertjes en zusjes en neefjes En nichtjes en omes en tantes En opa's en oma's en d'r ouders d'r bij Ze beginnen me langzaam ertussen te pletten Er is geen plek meer waar ik nog mijn voeten kan zetten De muziek, die gaat op z'n top Het kleine winkeltje staat op z'n kop
Ta a oewela kita oewa oewakkia Eh ohendela a bie e ta eh noewela Hoetetoe eh noewe bie eh tome tomola Annali poewa eh tawalai
De man van de winkel blijft in die keet En vraagt beleefd of ik het al weet De hele zaak valt stil, iedereen kijkt naar mij Ik krijg een kop als een kroot En ik vraag... "Hep u prei?"
Oh, koolrabi met zwart karwij Mangosap met kalkoenenei Rammenas met ramboetan Dat staat ook zo leuk in de vensterbank Paarse lullen in een pot Of blauwe glibbers in het snot En ik ga maar zoeken naar m'n prei Maar die ligt er helaas weer niet bij