Marie-roos en Gilbert dat was een koppel heel apart. Elke avond gingen zij naar 't café "In pijn en smart". Gilbert aan de biljarttafel en Marie-Roos stond aan de toog. Tot die dag dat Freddy kwam en Marie-Roos Gilbert bedroog.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
Het begon zo heel onschuldig, die keer dat Fred daar kwam. Hij kwam binnen en ging zitten bij het bloemetjesbehang. Marie-Roos keek vanop de barkruk uit de hoogte op hem neer, trok haar rokje toen wat hoger en lachte lief en o zo teer.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
Freddy kreeg ze in de gaten, nam z'n pils en schoof wat bij; hij vroeg haar:"wat wil je drinken?", en zij lachte en werd heel blij. En aan de biljart stond Gilbert in bewondering voor elke stoot; Freddy gaf haar toen een kus op de mond die geen weerstand bood.
O, Marie-Roos en Gilbert, Gilbert en Marie-Roos.
En ze dronken en ze lachten en ze vrijden aan de bar. Maar Gilbert begon te zweten, hij werd nu toch iets gewaar. En aan de toog stond Gilbert, en gaf Freddy toen een stoot, met de keu recht in het hart van Freddy die nooit meer weerstand bood.