Verscholen tussen 't groen der bomen Ligt ver van hier een klein gehucht Daar wordt een jongetje geboren De sterren twink'len in de lucht Zijn moeder kust hem in vervoering Er werd zo op zijn komst gehoopt Morgen brengt men hem vol ontroering Naar 't kerkje waar hij wordt gedoopt
En de bronzen klokken luiden Blijde klonk hun fantasie En zij duiden door hun luiden Op een welkomst-melodie Een wereldburger is gekomen Een nieuw leven in 't heelal Nog onschuldig onbedreven Maar door liefde reeds omgeven In dit aardse tranendal
Na jaren, tussen 't groen der bomen Daar in dat dorpje, ver van hier Werd 't jongetje een stoere kerel Zijn houding is zo trots en fier Want hij vond de vrouw van zijn leven Zijn mooiste droom komt weldra uit Morgen leidt hij haar voor 't altaar En dan is zij z'n liefste bruid
En de bronzen klokken luiden Blijde klonk hun fantasie En zij duiden door hun luiden Op een huw'lijksmelodie Door 't uitgesproken jawoord Zijn zij voortaan man en vrouw Zullen zij hun verder leven Samen strijden, samen steven Steunend op hun woord van trouw
't Is avond en rust heerst er op aarde Als in datzelfde klein gehucht Een man, die 't leven gaat verlaten Weer twink'len sterren in de lucht Zijn stervensuur is aangebroken Een stem zegt zacht: " 't Is volbracht" Door kind en vriend wordt hij gezegend En naar z'n laatste rust gebracht
En de bronzen klokken luiden Droef hun klank van fantasie En zij duiden door hun luiden Op een afscheidsmelodie Het mysterie van 't leven Is 't komen en 't gaan Altijd trillen mensenharten 't Zij van vreugd', 't zij van smarte Als de bronzen klokken slaan De klokken slaan