Ik zie zoe gere m'n duivenkot Daar te zijn is m'n grootst genot Want daar kun je alles vergeten En zul je van zorgen nooit weten
Ik zie zoe gere m'n duivenkot Daar te zijn is m'n grootst genot Kom deel nu met mij daar je leven en lot Hoog op m'n duivenkot
Ik heb een mansarde gemeubeld gehuurd Vlak neffes een klein stamineeke Bij 't Antwerpse Steen, een gezellige buurt Daar wil ik u even van spreken
Ik woon daar alleen en geen mens die me stoort Door het raam zie ik de wolken verschuiven Het enig geluid dat ge daar bij me hoort Dat is het gekoer van m'n duiven
Ik zie zoe gere m'n duivenkot Daar te zijn is m'n grootst genot Kom deel nu met mij daar je leven en lot Hoog op m'n duivenkot
M'n buurman, de baas van het klein staminee Is ook al verzot op m'n duiven Hij gaat ieder zondag een keer met me mee Dan moet ge ons samen zien schuiven
Die baas heeft een dochter, een duifke gelijk Zo lief en zo slank is dat blondje En als ik haar diep in haar oogjes dan kijk Dan klinkt uit haar lachende mondje
Ik zie zoe gere m'n duivenkot Daar te zijn is m'n grootst genot Kom deel nu met mij daar je leven en lot Hoog op m'n duivenkot
Toen heb ik dat duifke naar boven gebracht En ben er een nestje gaan bouwen Gelijk als een duiver houd ik daar de wacht Want duifkes zijn niet te vertrouwen
Geen duiver laat ik op m'n duivenkot toe M'n duifke zal ik heus zelf wel voeren Want 'k weet als een andere duiver haar ziet Dat hij ook dat liedje zal koeren
Ik zie zoe gere m'n duivenkot Daar te zijn is m'n grootst genot Kom deel nu met mij daar je leven en lot Hoog op m'n duivenkot