Marie de Bie uit Zierikzee loopt altijd in haar nicliche Met kanjers en volle rietjes uitsluitend voor de mannetjes Zij tracht ze te verleiden in nylonkante zijde Zierikzeese Marie, veel fatsoen heb ze niet
En met haar ongekend talent heeft ze veel mannen reeds verwend Haar naam is klein, haar daad is groot Totaal van schaamte zelfs ontbloot Zij werkte met veel ballast, wat voor mannen ideaal is Zierikzeese Marie, veel fatsoen heb ze niet
's Maandags komt de commissaris, de arts en de notaris De dinsdag is geheel prive voor 't mannenkoor van Zierikzee En ook de brandweercommandant lag 's woensdag in haar ledikant De donderdag is afgehuurd door de warme bakkers van de buurt De advocaat, de beiaardier gaan iedere vrijdag en met plezier En zaterdags de kluizenaar die maakt 't iedere week weer waar En zondags komt de dominee, die brengt zijn eigen lakens mee Zierikzeese Marie, veel fatsoen heb ze niet
Maar na een kille regendag toen zij in bad te weken lag 't Was 's avonds om een uur of tien, men had wel iets verdachts gezien Maar geen aandacht aan geschonken, want ze was zo diep gezonken Zierikzeese Marie, veel fatsoen had ze niet
Marie de Bie uit Zieikzee, men vond haar zonder nicliche Daar lag ze blauw en nat en naakt, wie had Marie van kant gemaakt Maar niemand zal 't weten, men is haar allang vergeten Zierikzeese Marie, veel fatsoen had ze niet
Toen kwam de commissaris, de arts en de notaris Maar 't mannenkoor van Zierikzee bemoeide zich er niet meer mee En ook die knappe commandant dacht niet meer aan haar ledikant Alleen de warme bakkers van de buurt, die hebben haar een krans gestuurd De advocaat, de beiaardier, 't interesseerde ze geen zier En ook die oude kluizenaar dacht helemaal niet meer aan haar Behalve dan de dominee, die gaf d'r nog z'n zegen mee Zierikzeese Marie, veel fatsoen heb ze niet