's Ochtends komt ze haast-je, rep-je Kwart voor negen op kantoor Spiegeltje en poederkwastje Hoedje af en deurtje door Ergens staat haar schrijfmachine Naast misschien een paar dozijn Orders, brieven en concepten Midden in de zonneschijn En dan kijkt ze En dan strijkt ze Even zuchtend langs 't gordijn En ze kijkt bedrukt naar buiten En ze hoort de vogels fluiten Buiten moet het lente zijn
Maar de chef zit al te kijken: "Juffrouw Dinges, is u klaar?" Och, verhip toch, vent! Dat denkt ze En... en verder zwijgt ze maar En ze neemt haar eerste briefje: Datum, 'Hooggeachte heer' En dan gaan haar rappe vingers Langs de toetsen heen en weer En dan kucht ze En dan zucht ze En dan tikt ze naast de lijn Alsmaar door weer 'met referte' 'Gaarne maken wij offerte' Buiten moet het lente zijn
En de zon schijnt door de ruiten Juffrouw Dinges tikt en tikt Aan de bomen botten blaadjes En het is soms of ze stikt Buiten bloeien nu de bloemen Buiten spant de blauwe lucht Boven witte appelbloesems Juffrouw Dinges tikt en zucht; Ach, ze voelt het Daar krioelt het In de jonge zonneschijn Van wie vrij zijn en beminnen En het leven pas beginnen Wijl ze van de lente zijn
En ze tikt tot kwart voor zessen En dan fietst ze nog wat rond Door de bosjes en plantsoenen En de zoele avondstond Ergens vindt ze wel een bankje Waar ze nog de vogels hoort Ergens waar ze ook mag dromen En geen sterveling haar stoort Ergens groeit nu Ergens bloeit nu Ook voor haar alleen jasmijn Ergens moet voor haar een kleurtje Van een geurig bellefleurtje Ergens moet haar lente zijn