(Een herinnering aan Eline Vere en Louis Couperus)
Zoals ik hier in deze lijst sta, zo was ik veertig jaar geleen Een beau, een fat, een Haegse jonker... en kijk ik nu zo om mij heen Dan... ja... dan werd Den Haag wel anders... waar bleef die Haegse haute volee Met ecuipage en distinctie, met jour, bonbons, boudoir, soiree... Zij is vergaan... met al haar Weltschmerz, haar Kleine Zielen en haar spleen En toch, ik zou zo'n frele freule, zo'n broze pop nog graag eens zien In al haar frele elegantie en schuimend witte baljapon Waarin Eline Vere danste, die slechts Couperus plooien kon
Ik zie een bal in De Twee Steden, ik zie weer mijn carnet de bal Souper-boeket van rode rozen... of nee... 't was een Cadettenbal Boileautjes in satijnen robes met veren waaiers... nou ja... schijn Maar schijn met elegance en gratie kan zo verduiveld aardig zijn Nu... ja. NU danst men swing en hot jazz en schuifelt door een bar of tent Als twee confectie-kleef-aantjes, die alle gratie zijn ontwend Nee, laat Mij maar die Wiener Walzer met elegance en du bon ton En 't rhythme van Eline Vere, dat slechts Couperus schrijven kon
Ik zie het witte tennismeisje, de decadente Lebemann De kleine amoureuze Freule, die toch niet echt beminnen kan Ik zie barons en douarieres weer op een cercle in Paulez Ik ruik een geur van tuberozen, ik proef opeens marron glace En ik drink thee, en op een sofa... dans un boudoir d'une Aspasie De liefde?... Hm... zo enerverend... en, och... vertraagde fantasie En Zij drinkt thee... een zoen?... maar Freddy...! Zocru... zoooo... nou enfin brisons Zoals Eline Vere thee dronk, die slechts Couperus schenken kon
Ik zie die hele dwaze wereld als een gracieus tableau-vivant Dat noch mijn zoon en noch mijn dochter waarderen en... ontleden kan Misschien zien zij MijN wereld duffer en slapper... met teveel vernis Terwijl voor Mij haar glans aesthetisch en haar parfum als wierook is En och... zij hield haar decadentie in geest en gratie gecarcheerd En al haar ondeugd was tenminste met Frans bouquet geparfumeerd En ik beleef, zelf nu als grijsaard, haar gratie als een Haegs chanson Op woorden van Eline Vere, die slechts Couperus schrijven kon