Op de pier van IJmuiden Raast de storm langs me heen Windkracht 10 uit het zuiden Er is geen mens op de been Het geraas van de golven Overstemd mijn verdriet Ik wordt door wanhoop bedolven Nu ik jouw niet meer zie... t
Nog hoor ik je beloven Dat je nooit weg zou gaan Jij had bij de hoogoven Toch een prachtige baan Door de gifgroene wolken Vliegt geblakerd een meeuw Wat mijn hart wil vertolken Wordt een ijselijke schreeuw
Op de pier van IJmuiden Raast de storm langs me heen Wat een rare geluiden Gieren over het steen Het geruis van de golven Overspoeld mijn verdriet Ik wordt helemaal bedolven Door het wier en het riet
Waarom moest jij verdwijnen Naar een eiland in zee Liet je mij hier verkwijnen Waarom mocht ik niet mee Jij slaat hoog uit je toren In de bodem een wond In plaats van mij aan te boren Boor jij diep in de grond
Op de pier van IJmuiden Blijft geen mens op de been En de doodsklok gaat luiden Voor een meisje alleen Uit de troostrijke golven Klinkt verlokkend een lied Dat een graf is gedolven En dat je mij nooit meer ziet