Als je midden op het woeste water,
in een lekke roeiboot zit.
En een riem is afgebroken,
en de schuimkoppen zijn wit.

En het is koud en bijna donker,
en het word zwaar in je gemoet.
Dan moet je toch gewoon maar denken
Het komt allemaal wel weer goed.

Als je mee bent op safari,
en je bent ineens je groepje kwijt.
Want je was even gaan plassen,
ergens in de openheid.

En een kudde waterbuffels,
draaft je plotseling te gemoet.
Dan moet je rustig blijven zitten:
Het komt allemaal wel weer goed.

Het komt allemaal allemaal allemaal allemaal,
Het komt allemaal allemaal:
Heus wel weer goed.

Zit je midden in een midlife-crisis,
Hangt je boezem op de grond
Krijg je rimpels in je knieën
En steeds slapper word je kont.

En je word nooit meer nagefloten,
Hoe hip en jeugdig je ook doet
Dan moet je toch maar blijven hopen:
Het komt allemaal wel weer goed.

Als je ziek en bijna dood bent,
en je hele lijf doet zeer.
En je ligt aan twintig slangen,
want je ademt haast niet meer.

En je plas drupt in een stoms,
en je spuugt voordurend bloed.
Dan moet je optimistisch blijven:
Het komt allemaal wel weer goed.

Het komt allemaal (allemaal) allemaal allemaal allemaal
Het komt allemaal allemaal:
Heus wel weer goed.

Als je net nog hebt gezongen:
Het komt allemaal wel weer goed,
Maar je schiet zelf in een depressie,
en in je schoenen zakt de moed.

En de mensen gaan naar huis toe
zodat je zelf ook wel moet
Dan moet je toch maar blijven hopen:
Het komt allemaal wel weer goed.

Het komt allemaal (allemaal anders helpt het niet) allemaal allemaal
Het komt allemaal allemaal Heus wel weer goed

Nog 1 keer:

Het komt allemaal allemaal (allemaal) allemaal allemaal
Het komt allemaal allemaal:
Heus wel weer goed!