Toen ik vier was, en dus kleuter Droeg ik elke dag een broek En ik wilde Bobbie heten Maar op mijn vriendelijk verzoek Om een jongetje te maken Ging de heer helaas niet in Hoewel ik zo hardnekkig cowboy was En rin tin tin Broeken, voetbal niets mocht baten Ook al deed ik zo mijn best Al mijn vriendjes waren jongens Ik werd er wel eens mee gepest Maar al wilde het niet kloppen Ik bleef nog steeds zo'n stomme griet Was ik toch niet ongelukkig Wie het niet wist, die zag het niet Deze struisvogel gedachte Heeft het tijdelijk goed gedaan Tot ik op een mooie morgen Voor de spiegel ben gaan staan Voorgevoelens werden zichtbaar Toen ik mezelf eens goed bekeek Mijn rode t-shirt dat zo strak zat Vertoonde (ik werd geloof ik bleek) Duidelijk oneffenheden Dit was niet meer in de haak Dat was niet meer weg te werken Snotverjuk kwalijke zaak Ik dus radeloos naar ma toe O laat eens kijken is het waar Jeetje kind wat leuk wat enig Je bent dan ook al dertien jaar Snotverdomme leuk en enig? Als niemand het maar ziet En ze gingen ook nog zeer doen Klere dingen, klote tiet Afijn hevig scheldend en verwensend Kwam ik door de pupertijd Als ik er zo eens over nadenk Wat was dat een narigheid Achteraf is het mee gevallen Ik ben nu (nou ja) waanzinnig knap Beide zijn geheel ontloken En ze hangen lang niet slap Dankuwel