Zij was pas zestien jaren Met krullend haar zo blond Zij deed de mannen staren Met haar ogen en haar mond Zo liep zij door de straten Zij was nog argeloos Zij had niets in de gaten Maar zij was een echte doos
Het was op een mooie morgen De zon scheen in haar haar Zij moest de krant bezorgen Bij een jonge makelaar Zij kreeg de bus niet open Dus belde zij maar aan De makelaar deed aan En keek haar vriendelijk aan
Hij zei: kom rustig binnen Jij bent toch van de krant? Hij kon niks meer verzinnen Dus toen gaf hij maar een hand Hij vroeg: wil je soms koffie Zij zei: dat lust ik wel Hij dacht: dat is een boffie En hij sloot de deur toen snel
Zij was pas zestien jaren Met krullend haar zo blond Zij deed de mannen staren Met haar ogen en haar mond Zo liep zij door de straten Zij was nog argeloos Zij had niets in de gaten Maar zij was een echte doos
Daar stond zij in de keuken Keek schuchter uit het raam Hij voelde zijn handen jeuken Bij het zien van haar lichaam Zijn blond ging sneller stromen Zo´n frisse jonge meid Toen heeft hij haar genomen En haar onschuld was ze kwijt
Zij was er in gelopen Door plakband in de bus Die ging daardoor niet open Dat was de bedoeling dus Dus dat kon zij ook niet weten Zij is naar huis gegaan De koffie straal vergeten En ook de kranten liet zij staan
Zij was pas zestien jaren Met krullend haar zo blond Zij deed de mannen staren En ze had nu ook een hond Zo liep zij door de straten Een beetje achteloos Want zij had in de gaten Ja zij was een echte doos Ja zij had in de gaten Zij was een echte doos