de avond is jong, in 't kleine café in de hoek speelt een dorpsmuzikant zijn liedjes uit vroegere tijd aan de bar lezen mensen de krant
een heel oude man, staart voor zich uit zo een iemand, waar niemand op wacht zijn ogen verraden de pijn die het leven hem ooit had gebracht
dan klinkt, een oud melodietje op z'n wangen rolt plots een traan hij staat op, aan het eind van het liedje en vraagt dan heel aangedaan
meneer de muzikant, speel dat lied nog een keer speel het voor mij alleen, al doet het me zeer het was een mooie tijd, we waren nog jong en dit was het lied, dat zij altijd voor mij zong
meneer de muzikant, speel dat lied nog een keer speel het voor mij alleen, want zij is niet meer.
'n lege stoel, in 't kleine café herinnert mij aan die oude man hij genoot van m'n accordeon ik vergeet die laatste avond nooit meer
ik speelde dit oude melodietje op z'n wangen rolde een traan hij stond op, aan 't eind van het liedje en vroeg mij toen heel aangedaan
meneer de muzikant, speel dat lied nog een keer speel het voor mij alleen, al doet het me zeer het was een mooie tijd, we waren nog jong en dit was het lied, dat zij altijd voor mij zong
meneer de muzikant, speel dat lied nog een keer speel het voor mij alleen, want zij is niet meer.