Ik sta hier met mijn eigen krant Daar staat geen nieuws in, dat is waar Geen enk'le politieke hetze Geen bruine baby van Seretse Geen eens een Heilig Jaar Ik sta te wachten op een klant Maar niemand, niemand koopt die krant
Die krant, als u hem voor u neemt... De koppen zijn een beetje vreemd Daar staat in dertig cicero: MAN IS GELUKKIG, LAAT HEM ZO!! En alle mensen vragen dan: "Man is gelukkig? Welke man?" Dan halen ze hun schouders op En lopen door. Maar ik roep: "Stop! Als u nou even luisteren wil: Zomaar een man, en hij heet Bill Hij woont in Pittsburgh, hij 's getrouwd Hij heeft een kippenhok gebouwd Hij heeft een tuin met mais en boontjes En hij maakt vliegers voor zijn zoontjes" "En verder?" "Verder, vraagt u? Nee Nee niks meer. Hij is erg tevree' " Is dat bericht niet veel meer waard Dan alle assemblees op aard'? Dan 't hele Koreaanse front? Maar niemand wil daaraan. Geen hond
Ik sta hier met mijn eigen krant Die heeft een hele eigen stijl Geen redevoering van Malik Geen ge... o.h.... neem me niet kwalijk Geen Bertha Hertoghkwijl Ik sta te wachten op een klant Maar niemand, niemand leest die krant
Daar staat dan in... och, luister even... VROUW WIL NOG GRAAG TIEN JAREN LEVEN! Mag ik het eventjes vertellen 't Is maar dat u 't zich voor kunt stellen Die vrouw, ze heet Maroesjka Tsjarov Ze woont... pardon... ze woont in Charkov Ze is Russin, wor' nou niet kwaad Ze kan 't niet helpen, ze bestaat! Ze is jong en blond. Ze heeft een vrind En nu verwacht ze dan een kind Ze weet alleen maar ied're dag Dat ze dat kindje hebben mag Ze breit aan zulke priegeljasjes En zoomt de luiers, voor de plasjes En strakjes, als het kind kan lopen Dan zal ze schoentjes voor hem kopen ... Wanneer men haar tien jaar zou schenken Maar zo ver durft ze niet te denken
Da's alles wat mijn krant kan bieden: 't Geluk van hele kleine lieden En niet alleen van deze twee Maar ook in Hoorn en Zierikzee Van al die kleine bange mensen Die stuk voor stuk geen oorlog wensen De groenteboer, de conducteur De orgeldraaier voor de deur Wij willen nog tien jaren leven Is dat te veel? Nog acht... nog zeven... De werkster, die de trappen dweilt De wasbaas, die een beetje kwijlt De kapper, die een maagkwaal heeft En desondanks zo zielsgraag leeft Wij hebben allemaal een stuk Zorgvuldig ingepakt geluk Al is het dan alleen, nou ja Een poes of een begonia
Hier sta ik met mijn eigen krant 'k Weet niet hoelang ik hier nog sta Diezelfde bange, kleine mensen Die stuk voor stuk geen oorlog wensen Die roepen straks hoera! Dan zullen ze hierlangs marcheren In uniform en met geweren Met grote vaandels in hun hand O, Jezus! Koop dan toch die krant