Dit is een aardig boek, Cultuurgeschiedenis Ik ben nog pas op pagina vier De mens is daar nog bijna een dier Ik ben benieuwd wat hij aan 't eind geworden is Te denken, hoe we in de bomen zaten Alleen maar schreeuwden zo van 'hoe' en 'ha' En rupsen met een soort andijvie aten Dat staat hierin. Op bladzij vier. Ach ja
We hadden er nooit uit moeten komen We hadden daar moeten blijven zitten Dan hadden we nou geen plastic gebitten En geen Jaarbeurs En geen tram En geen atomen
Het hinderde niet of je getrouwd was Nou ja, enfin, wat dat aangaat We hadden toen nog niet zozeer een staat Je kreeg geen vijftien gulden als je oud was We zaten toen wel onbeschaafd te tieren Daar in die bomen, zonder Haags accent We hadden geen enquete-formulieren Er was ook nog geen oorlogsmonument
We hadden er nooit uit moeten komen We hadden daar maar moeten blijven hokken Dan hadden we nou geen halflange rokken En geen Praag En geen Moskou En geen Rome
Ik vraag me af, of het niet overbodig was Die lange reis. Zo'n lange reis enorm Van hordedier tot aan de Kominform Of al die drukte daar nou wel voor nodig was Nou geef ik toe, dat we zo door de eeuwen Op een punt wel vooruitgeschreden zijn We konden toen alleen maar 'Hoe ha' schreeuwen En nou de Bonte Dinsdagavondtrein
We hadden er nooit uit moeten komen Nou goed, we zijn eruit, maar troost je Het duurt nog maar een heel kort poosje En we zitten Weer te klitten In die bomen