Hij zou zo graag wat losser willen leven Waarbij hij alles van zichzelf gewoon op tafel smijt En niet meer zo verkrampt met z'n gezicht op hallef zeven Eens vrij zijn van zichzelf en van z'n houten klazigheid En hij zou zich best ook zwierig willen kleden En dwars door 't calvinistische fatsoen Los van alle schuldgevoel en zomaar zonder reden Op een stille zondagmiddag eens iets rustverstorends doen
Maar 't is een Hollander En dan komt het daar niet van Want, ach, een Hollander Die wordt daar zenuwachtig van Die zegt meteen: "Ah joh, doe niet zo gek" En krijgt zo'n teruggetrokken nek Hij zegt dan: "he nee zeg, 't idee zeg!" En hij binnenvettert door En dat zwierige komt om In de nuchtere rekensom " 't Zou wel leuk zijn Maar wat koop je daar nou voor?"
En hij zou zo graag eens in vervoering raken En niet vergiftigd door die eeuwige detail-kritiek Een werklijk grote visie duidelijk willen maken Met krachtige gebaren en met fraaie retoriek En hij zou zo graag eens soepel willen dansen Z'n lichaam lekker los, z'n ogen dicht Net zoals de Italianen en zoals de Fransen Z'n lichaam laten wiegen tot het eerste morgenlicht
Maar 't is een Hollander En dan komt het daar niet van Want, ach, een Hollander Die wordt daar zenuwachtig van Die voelt z'n lichaam als een last En in dat lichaam zit 'ie vast Dan klapt 'ie dicht Met een gezicht Van 't Christelijk Jongemannenkoor En onder 't melkboerenhondehaar Houdt 'ie z'n hersens bij mekaar Met de simpele berekening "Ja, wat koop je daar nou voor?"
Hij zou zo graag wat minder gauw gegriefd zijn En minder stug en in zichzelf en minder uit een stuk En hij zou zo graag eens openlijk en reddeloos verliefd zijn En dansend door de straten willen zingen van geluk En hij zou ook best 'ns hardop willen snikken En rustig laten zien: "Ja, kijk ik grien!" In plaats van in een hoekje Dan zo'n beetje moeilijk zitten slikken Hij zou zo graag, hij wou zo graag Maar hij laat dat nooit zien
Want 't blijft een Hollander En dan komt het daar niet van Want, ach, een Hollander Die wordt daar zenuwachtig van Die kan z'n gevoelens nergens kwijt Door z'n gebrek aan openheid Die duwt dat terug En strekt z'n rug En leeft weer ongemakkelijk door En hij hervindt z'n zekerheid In quasi onverschilligheid Terwijl 'ie zachtjes mompelt "Ah joh, wat koop je daar nou voor"