De medische grondigheid Staat bloot aan een hoop kritiek De zieke zoekt mondigheid De zuster is ziek Geef mij maar de oude tijd Geef mij maar de krets en de kroep En de kramp en de klem en de fijt Loa-Loa, beriberi, mond- en klauwzeer vind je nergens meer
Nee, dan die Florence Nightingale Die kon nog echt verplegen Troost aan het bed Engel van het lazaret Zij kreeg waardering Em vliegende tering Dat waren pas tijden
Waar bloeit nog de netelroos De builenpest krijgt geen kans Waar doet de madoeravoet De sint-vitusdans Ja, ik zeg maar zo, meneer De vretende wolf doet wel zeer Maar een zweer is een zweer is een zweer Darmjicht, kletskop, mondkroep, miltvuur, krentenbaard Je vindt ze nergens meer
Toen was verplegen vakmanschap Toen, in die donkere eeuwen Bracht je wat licht In het leprozengesticht Toen kwamen kranken Je knielend bedanken Dat waren pas tijden
Er knippert geen negenoog Er knispert geen gasgangreen Het pussende oog viel droog De pleuris verdween 't Is enkel maar straatfobie En psychosomatische aanstelleritis en puur hysterie Geef ons gauw die ouderwetse ongecompliceerde ziekten weer