Toen ik mijn vriendje daan een paar keer had ontmoet Dacht ik dat onze liefde nooit meer zou vervagen En twintig maanden ging het goed, maar toen verdween bij mij de gloed Die 't hart doet slaan en 't bloed door de aderen deed jagen Het moest voorbij zijn concludeerde ik al gauw Maar het Daan te zeggen, daar kon ik maar neit toe komen Omdat ik hem bezeren zou en misschien kreeg ik wel berouw Maar op een avond heb ik toch die stap genomen Daarna kwam hij nog wel vaak in mijn gedachten Met zijn betraande ogen keek hij mij dan aan Ik was wel bang dat hij nu nog steeds naar mij smachtte Maar ik wist dat ik de goede keuze had gedaan
De eerste maanden was ik echt mezelf nog niet Ik moest weer wennen aan het vrijgezellenleven Doordat mijn schoolvriendin Margriet mij steunde in mijn groot verdriet Heeft ze mijn dagen langzaamaan weer zin gegeven Maar op den duur werd het ons beiden zonneklaar Wij waren veel meer voor elkaar dan slechts vriendinnen Eerst vond ik dat een groot bezwaar, maar 'k wist wij horen bij elkaar Dus tegen dit gevoel was toch niet te beginnen Ik dacht aan Daan met een gevoel van onbehagen Wat zou hij zeggen als hij alles weten zou "Ik zie dat jij een andere weg bent ingeslagen 't Is vast opwindend maar toch past het niet bij jou"
En op een avond in een kroegje in de stad Gebeurde iets wat ik nu nog niet kan geloven Margriet en ik dronken daar wat en voor ik 't in de gaten had Kwam plotseling Daan bij ons aan 't tafeltje geschoven Hij zei "hallo is 't waar wat ik van jullie hoor" Ik knikte ja en voelde het schaamrood op mij komen Hij zei "ach schaam je er niet voor, je bent de enige niet hoor Want volgend jaar ga ik met Herman samen wonen