De kinderen van de wereld willen maar een ding Net zo groot en sterk zijn als de mensen om zich heen Ze vechten zich een weg door de baarmoeder naar buiten Vanaf dat ogenblik is een moeder weer alleen Is er een man die van haar houdt, dan is dat meegenomen Ze hebben de illusie van een kind dat bij hen hoort Vergeten hoe ze zelf zich hebben vrijgevochten Van de navelstreng, de moederzorg, 't vaderlijke woord
Waar ga je heen, m'n lieveling, m'n schattebout Waar ga je heen, kindje van mij Keer omme, je bent twee, keer omme, je bent vier Keer om, je wordt volwassen en je wilt weg van hier
De kinderen van de wereld willen maar een ding Zelf doen, nieuwe woorden leren, niet meer op je schoot Om zeven uur naar bed, dat wordt 't liedje van verlangen Alleen naar oma, met de bus, ik ben toch zeker groot Net als grote mensen hebben ze hun eigen zorgen Een slecht raport, kapotte knie, of ruzie bij hen thuis Maar, zingend met het orgel mee, vergeten ze hun zorgen Dansend de straat in, straat uit, komen ze laat naar huis
Waar ben je geweest, jij deugeniet, jij stoute meid Waar ben je geweest, bengels van mij Keer omme, je bent acht, keer omme, je bent tien Keer om, je wordt ongeduldig en wilt de hele wereld zien
De kinderen van de wereld kijken naar de grote mensen Je ziet en hoort ze denken: Wij zullen het anders doen 'Doe je best', 'Kom niet te laat', en 'Maak ons niet te schande' Roepen ouders. Nou, denkt 't kind Als jullie het zelf eens zouden doen De grote mensen maakten een woestijn van deze wereld Door oorlog en door honger sterven kinderen in de goot De mensenrechten zijn nog steeds geen rechten voor de kinderen Wanneer beginnen we daar aan, de kind'ren zijn in nood
Waar ga je heen, m'n lieveling, m'n kleine meid Waar ga je heen, kind'ren van mij Keer omme, je was klein, keer omme, je bent groot Keer om, je bent volwassen met eigen kind'ren op je schoot
't Kind, dat heeft zich omme gekeerd Dat heeft het van de andere kind'ren geleerd Keer omme, keer omme, m'n hart dat keert zich omme