In het dorpje aan de plas was hij de grote ster En in het voetbalelftal was hij doelverdediger Hij wierp zich op de bal en kende geen gevaar De mensen riepen al om dokter en brancard Maar hij stond kreunend op, een tand lag door zijn lip Hij stopte een vrije schop met een gekneusde rib
refr.: Want op de tribune daar zat zijn moeder En die juichte en gilde van plezier Want op de tribune daar zat zijn moeder Niet een, niet een maar tweemaal drie kwartier
Als het zondagmiddag was ging hij naar het voetbalveld En op het korte groene gras gedroeg hij zich als held Geen bal ging hem te hoog, geen bal ging hem te laag Vaak kreeg hij hem op zijn oog maar meestal in zijn maag Hij deed wat dit seizoen in zijn vermogen lag De club werd kampioen precies op moederdag
refr.
Het mooiste meisje van het dorpje aan de plas Begreep dat deze jongeman de ware Jacob was Bij het maanlicht gingen zij naar het stille sportterrein Ze zaten zwijgend bij de zestien meter lijn Tenslotte sprak hij zacht: zeg weet je wat ik wil Maar toen klonk door de nacht een fanatieke gil
Lalala Niet een, niet een maar tweemaal drie kwartier