Kent u 't verhaal van die jeugdige zeeman Die met zijn schip is vergaan bij Ceylon? Toen in de golven zijn schuit was verdwenen Zwom hij maar door tot hij haast niet meer kon Niets dan de kokende zee om hem henen Hij bidt en hij smeekt, maar geen mens, die hem hoort Pas in de nacht is er redding verschenen Een schip komt nabij en men hijst hem aan boord Als hij ontwaakt zit er naast hem een schipper Wit zijn zijn haren en kil is zijn hand "Nooit", zegt de schipper, "zul jij hier vandaan gaan" Dan staat hij op en loopt dwars door de wand Er vaart een schip al meer dan honderd jaren Met nooit een haven in het zicht Wie eenmaal daarop heeft gevaren Die kent voorgoed zijn dure plicht Alleen des nachts kan het verschijnen Dan vaart het dwars door schepen heen Om weer des morgens te verdwijnen Alleen waarheen... dat weet geen een Vreeslijke dingen zag hij daar gebeuren Telkens als 's nachts weer het spookuur begon Zweefden de mannen door muren en deuren Hij was de enige, die het niet kon Roergangers namen hun hoofd in de handen Wierpen het schaterend ver in de zee Visten 't weer op en met knarsende tanden Dansten zij rond en de schipper deed mee Dertig jaar lang is die zeeman gebleven Dertig jaar lang vond hij nergens meer rust Toen riep hij: "Als ik dan toch niet kan zweven Dan maar in zee!" - en hij zwom naar de kust Weg voer het schip voor minstens duizend jaren Met nooit een haven in het zicht Wie eenmaal daarop heeft gevaren Die kent voorgoed zijn dure plicht Alleen des nachts kan het verschijnen Dan vaart het dwars door schepen heen Om weer des morgens te verdwijnen Alleen waarheen... dat weet geen mens Toen onze zeeman aan land was gekomen Grijnsde het noodlot en zond hem de dood: Net toen hij midden op straat liep te dromen Smeet hem een taxi terneer in de goot Alles werd licht, en het wonder geschiedde "Ik kan het ook", sprak hij blij, met een zucht En voor de ogen van honderden lieden Zweefde hij weg, en verdween in de lucht Dit is het laatst wat van hem is vernomen Ergens op zee vaart hij nu in de nacht En als om twaalf uur zijn tijd is gekomen Neemt hij zijn hoofd van de schouders, en lacht Nu loopt hij door deuren en door wanden Nu doet hij met de schipper mee Hij neemt zijn benen in zijn handen En smijt ze allebei in zee Hij kan in twee helften verschijnen (Er is niet een, die 't beter doet) Om dan weer doodleuk te verdwijnen Hij weet nu eindelijk hoe het moet!