De winkel had een naam, zoiets als 'Vreugd en Vlijt' Dat stond al op 't raam, sinds m'n oma d'r tijd Maar iedereen ervoer: je sprak altijd alleen Van de dames De Boer, en daar ging je dan heen Ze leken op elkaar, ze waren smal en grijs De ene heette Saar en haar tweelingzus, Lijs Hun winkel rook naar wol, 't was er braaf en knus Van 't handwerken vol, waren Saar en haar zus Lief en leed tussen garen, tussen kruissteek en asjour Zo vergleden alle jaren voor de dametjes De Boer
Ze wisten heel secuur hoe men een theemuts maakt Een lakentje borduurt en een wiegesprei haakt Ze toonden hoe je mooi de babykleertjes breit Maar zelf waren ze nooit met zo'n kleintje verblijd Lief en leed tussen garen, tussen kruissteek en asjour Zo vergleden alle jaren voor de dametjes De Boer
"Heel lang geleden is Lijs verloofd geweest met een aardige, blonde kerel. Maar d'r tweelingzusje, Saar, was hopeloos verliefd op dezelfde jongen En Saar werd stiller en bleker en ziek En toen heeft Lijs 't uitgemaakt en is bij Saar gebleven"
Lief en leed tussen garen, tussen kruissteek en asjour Zo vergleden alle jaren voor de dametjes De Boer