Om eindelijk af te doen met het gezemel Van oudjes die, krom en vergroeid De jeugd beschrijven als een roze hemel Die door de jongeren wordt verknoeid En om voorgoed m'n hart te kunnen sluiten Voor ieder die mijn nachtrust streelt Die zich alleen maar lijfelijk kan uiten En mij bij 't opstaan al verveelt
refr. Ja, zonder angst of spijt Verlang 'k daarom ijskoud Heel vurig naar de tijd Dat 'k op zal zijn en oud
Om eindelijk af te rekenen met de laster Van elk jaloers en oud serpent Om mild te zeggen tot zo'n kritikaster " 'k Vergeef u dat u lelijk bent" En om de kwezeltjes te repliceren Die mij zo vaak hebben gelaakt "Mevrouw, hoe kan ik u ooit pardonneren U hebt de zonde nooit gesmaakt!"
refr.
Als ik alleen nog souvenirs mag kweken In alle perken van mijn hart Dan zal mijn vrouwenhart daar niet van breken Ik heb het lot getart Dan zing ik eindelijk mijn kalmer liefdeszangen Bij snarenspel van tederheid Dan zal men eindelijk eens niet naar mij verlangen Alleen om mijn lichamelijkheid
refr.
Om op een dag tot hem te kunnen zeggen Dat ik mij schikte onder hem En om hem eindelijk uit te kunnen leggen Dat 'k vaak gehuild heb zonder hem Om eindelijk tegen hem te durven zeggen Dat steeds als 'k hem bedrogen heb Maar 'k weet niet of ik dat zal durven zeggen Ik alleen mezelf bedrogen heb