Dames en heren hoort mij Hier is een liedje van een haan Een hele grijze een hele ouwe Hij kon niet lopen hij kon niet kauwen Alle kippen weenden, klaagden Dat hij hen niet meer behaagden Kijk nou toch die ouwe baas Wij gaan klagen bij de baas
Geef ons toch een haan met dat Die we hebben zijn we zat Hij is lui en heel onwillig Impotent en onverschillig Geef ons toch een nieuwe haan, zeg Zo is het toch niets gedaan, zeg Wij zijn treurig tok tok tok 't Gaat niet best bij ons in 't hok
De ouwe haan had geen plezier Ging meteen naar de poelier En geen kip die aan de leg was Was verdrietig toen hij weg was Zeven dagen en acht nachten Moesten zij nog verder wachten Maar geen kip brak zich het hoofd Er was een nieuwe haan beloofd
Eindelijk kwam de grote dag Mens je wist niet wat je zag Wat een pracht stuk van een haan zeg Moet je toch die kam zien staan zeg Wat een snavel kijk die veren 'k Moet er haast van transpireren Onze haan wachtte niet te lang Want hij was reeds aan de gang
Maar, een der mooiste kippemeiden Stond alleen en droef terzijde Waar zij zolang op gewacht had En acht nachten aan gedacht gehad Mocht zij toch maar niet beleven Hij kwam aan zij stond te beven Hij bleef staan en onvervaard Trok hij een veer uit het maagdjes staart
Het hennetje vond het heel opwindend Maar, die daad was nog niet bindend Het was net of hij haar niet bliefde Na vier weken zonder liefde Hield de hen het niet meer uit Elke dag trok ie haar een veer uit Het was echt niet meer gezond Want zij kreeg een kouwe staart
Het maagdje liet haar tranen gaan En ze zei "ach lieve haan Waarom wil je me niet beminnen 'k Ga gewoon kapot van binnen" "Ach mijn liefste" zei het haantje "Strijk nou niet meteen het vaantje 'k Wil je hebben" zei de haan "Maar dan zonder kleren aan"