Ik wou, dat ik maar biljarten kon Dan zou ik het wel versieren Niet, dat ik ooit een stoot verzon Maar het liep uit de hand voordat ik begon Dus ik laat het biljart maar vieren Nee, laat u maar zitten, het doet me zeer Maar ik mis de ballen elke keer Het is om je dood te gieren Altijd erop en nooit ernaast En dan nog een slok van twee meter haast
Ik zie helemaal geen paters meer Maar dertig jaar geleden Toen vielen ze op in het verkeer Omdat ze altijd heen en weer Op damesfietsen reden Men zegt, dat ze nu in burger zijn Incognito, met het heilig schrijn Dat hebben we niet in Zweden Daar eten we zalm en berenvlees En eens in de week twee dominees
Dus maak ik er maar een liedje voor En wat zal ik nu gaan dichten Volg ik even glad, voorspoedig spoor En streel de smaak en strijk het oor Van neven en van nichten
Nee, laat u maar zitten, ik zing er op los Voor de draaier in het pijpenbos Met z'n veel te zware plichten Die lacht zich toch rot om politiek Want al die kapsones maakt hem ziek
Maar als ik maar aan Linea raak Begint er een bel te bellen 't Gebeurt wel niet zo vreselijk vaak 't Is een tamelijk moeilijke zaak Ik kan het u niet vertellen Nee, laat u maar zitten, dat doe ik zelf Ik ga naar bed, het is kwart voor elf Ik kruip onder de berenvellen De mond van een vrouw en het hart van een kind En dan nog, welterusten vrind