De bossen verdorren De ozonlaag breekt De meren slaan donker De heide verbleekt Het vuil in de zakken Staat hoog op de stoep 't Staat breed in de staten De stad is een troep Rivieren vergrauwen De vissen gaan dood Wie redt onze aarde 't Graan en 't brood 't Vuil in de straten Sliert voort in de wind Wie hoedt de bejaarden Wie past op 't kind
refr.: De aarde zweeft eenzaam door 't grote heelal Daar glanzen de sterren als helder kristal De aarde dreigt dapper haar lichtende baan Pas goed op die kleine, ze mag niet verdwijnen En laat voor haar schijnen, de zon en de maan
De steden verwelken De hemel wordt zwart De gassen verstikken De stem van je hart Fabrieken verstrooien Het gif in de lucht Het gif in de sloten 't Gif in de vrucht Wie maakt van 't land Die ziekmakende belt Wie schendt de verboden Wie jaagt op 't geld Pas op met 't afval 't Vuil van je huis Wie laat alles waaien Wie balt er z'n vuist
refr.
De aarde dreigt dapper haar lichtende baan Pas goed op die kleine, ze mag niet verdwijnen En laat voor haar schijnen, de zon en de maan