Ik ben een degelijke dame, ik ben degelijk, ja heus Van mijn degelijke tenen tot mijn degelijke neus 'k Heb heel degelijke ouders en een degelijke zus Die heel degelijk viool speelt op een Stratevarius Ik gedraag me tegen mannen altijd degelijk en kuis Als ze alleen maar naar me wijzen, zeg ik altijd: Handen thuis
refr.: Aan mijn lijf geen polonaise Ook al loop ik in de polonaise mee Aan mijn lijf geen polonaise Laat een ander maar z'n gang gaan, ik heb liever slappe thee
Ik lees degelijk een weekblad in mijn degelijke bed Onder degelijke dekens in een degelijk toilet Ik heb zes degelijke knopen aan m'n degelijke blouse Die hou ik degelijk gesloten met een degelijke smoes Ik zeg degelijk mijn mening: Alle mannen zijn gespuis Daarom blijf ik altijd zeggen: Beste mannen, handen thuis
refr.
Ik heb een degelijke hond, ik heb een degelijke kat Die ik degelijk geleerd heb nooit te plassen op de mat Zelfs voor degelijke mannen kijk ik degelijk goed uit Want je zit, voordat je 't weet, straks met een degelijke spruit En wanneer u nu gaat zeggen: Kijk, dat mens is een Pietlut Nou, dan heeft u groot gelijk; Ik ben een degelijke tut
refr.
Aan mijn lijf geen polonaise (Aan m'n lijf nooit geen polonaise) Ook al loop ik in de polonaise mee (Ook al zal ik in de polonaise meelopen) Aan mijn lijf geen polonaise (Aan m'n lijf geen polonaise) (Want ik ben het goed zat, bekijk het maar, ik heb liever slappe thee)