Wat is het theaterleven toch een vreselijk gek bestaan Steeds je geven om te leven ander blijf je onderaan Voor het publiek de romantiek En voor jou een elastiek Knellend om je dertiere En dat net op een premiere Of een spijker in je schoen En maar lachen voor je poen Terwijl de hete spotlights zoemen En je lichaam dat gaat zweten Als je woorden bent vergeten Maar na afloop krijg je bloemen Afgepeigerd, nog wat daas Maar nu moet u mij eens noemen Wie krijgt heden na een werkdag Nou nog bloemen van zijn baas
refr.: Zondagmiddag matinee Buiten schijnt de gouden zon In het theater, stil en koud Schijnt alleen wat klatergoud Als ik dit vandaag maar aankan Niets wat mij nog op kan beuren Maar wat zit ik toch te zeuren
Over vijf minuten aanvang
En dan kijk je door het gaatje Van het voordoek in de zaal Je familie is gekomen En ze zijn er allemaal Vader, moeder, wat benauwd Strakkies gaat er nog wat fout Onze dochter op de planken Als ze opkomt ga ik janken Vader, die gaat veelste ver Onze dochter is een ster Met het water in je handen Lees je 's morgens in de kranten Zij heeft ook haar zwakke kanten Kijk de lichten die gaan branden Draaien in de juiste stand En ik klapper met mijn tanden Oh vanmiddag moet ik zeggen Zat ik liever op het strand
refr.
Over twee minuten aanvang
Het kan ieder overkomen Zo'n bui zet je niet stop Voor je schrei zult niet schromen Want het doek gaat toch wel op Voor artiesten geen pardon Want de show die must go on Het orkest dat gaat de bak in En dan krijg je al wat meer zin En de buhnemeester zegt Ik heb je spullen klaargelegd Ja, dat is een ouwe taaie Weinig volk kan hij wel tegen Wacht maar, strakjes komt de regen En dan zit je afgelaaien Het orkest begint wat traag Laat die rotbui nou maar waaien Kom je moest perse het vak in Want je wilde toch zo graag