‘t was de laatste dag, ‘t was jou allerlaatste lach. Waar ik steeds aan denken moet al vele uren. Na die afscheidskus van jou, ik beloofde jou m’n trouw. Maar die kus die mocht van mij een eeuwigheid duren.
Alles ging misschien wat snel. Maar ik was verliefd dat wel. En ik kom terug voor jou, ja dat weet ik zeker. Dat ik ooit op zekere dag, jou weer liefde geven mag. Want ik heb m’n hart voorgoed aan jou verloren.
Oh, Maria. Mooie vrouw van negentien. Ik wil jou graag weer eens zien. En misschien kan ik dan blijven. Oh, Maria. Nooit vergeet ik jouw gezicht. In dat Spaanse zonnelicht. Wil ik jou wel als m’n vrouw.
Duizend keer dacht ik aan jou. Duizend dromen over jou. Maar jij woont zover van mij. Ach kon jij maar komen. Maar ik weet eens komt de dag. Dat ik jou weer kussen mag. Als ik t’rug ben bij de vrouw uit al mijn dromen.
Oh, Maria. Mooie vrouw van negentien. Ik wil jou graag weer eens zien. En misschien kan ik dan blijven. Oh, Maria. Nooit vergeet ik jouw gezicht. In dat Spaanse zonnelicht. Wil ik jou wel als m’n vrouw.
Oh, Maria. Mooie vrouw van negentien. Ik wil jou graag weer eens zien. En misschien kan ik dan blijven. Oh, Maria. Nooit vergeet ik jouw gezicht. In dat Spaanse zonnelicht. Wil ik jou wel als m’n vrouw.