Als ergens een kind op ergens een strand zo ergens wat woorden schrijft in het zand, dan komen da golven, dan komt er de wind. Die voeren de woorden dan mee voor het kind dat speelt en dat schrijft en niet weet dat zijn droom wol op andere stranden kunnen komen.
Maar in de palm van Je hand schrijf Jij, die geest en leven geeft de wondere woorden die het kind in het zand geschreven heeft.
Als ergens een man en dan ergens een kind een vrouw aan de grens van zijn dromen vindt, dan schrijft hij met woorden van ebbe en vloed de naam van zijn dromen in 't getij van haar bloed, en dat hij ook weet dat het woord van zijn dromen op andere stranden kan komen.
Maar in de palm van Je hand schrijf Jij, die geest en leven geeft het wondere teken van een dam waarin je eigen liefde leeft.
Als ergens een vrouw om ergens een man zo heel het leven liefhebben kan, dan wordt zij een vogel met vleugels van zon op weg naar het land waar het leven begon; tot huiverend zij weet dat het woord van haar droom wel op andere stranden is gekomen.
Maar in de palm van Je hand schrijf Jij, die geest en leven geeft de naam van hen die zalig zijn zolang hun liefde leven geeft.