In het land van de mens zou de zon niet meer komen, en de maan van de nacht had zijn dienst opgezegd. Er zouden geen wegen meer leiden naar Rome, en de lentes die werden aan banden gelegd.
Er zouden geen mooie sterren meer stralen, de wind zal geen liedje meer fluiten voor jou. Gedaan met de sprookjes en mooie verhalen; de hemel die was nooit meer blauw.
Want de kabouters hebben besloten dat de wereld zal vergaan, er zou een nieuwe wereld komen op de velden van de maan. En toen die ouwe kabouter Peperbus hen vroeg om wat te wachten zegden ze: "Nee, nee… oh lieve Peperbus nee…"
Toen heeft de ouwe kabouter zijn lamp opgenomen en is hij met zijn makkers de nacht ingegaan naar de slapende mensen, de mensen die dromen in Rome, in Londen of gewoon langs de baan.
De mensen die dromen van heel mooie dingen die menig kabouter hen brengen zal; en dat elke dag weer een liedje zal zingen in een hemel van een mooiste blauw.
Want de kabouters hebben besloten dat de wereld mocht bestaan. Er zou geen nieuwe wereld komen op de velden van de maan. En toen die kabouter Peperbus hen vroeg om wat te wachten zegden ze: "ja, ja… oh lieve Peperbus, ja…"
En toen klonk er in de verte een slag. Zij dachten eerst dat het een vuurwerk was. Maar toen zij zagen hoe de aarde verwoest was, toen wisten zij meteen dat iemand op de verkeerde knop gedrukt had.
Er was nochtans tussen Moskou en Washington een telefoon. De vaders wisten het wel maar zij verzwegen het voor hun zoon.
In het land van de mensen is de zon lang gestorven, en men heeft het ontslag van de maan maar aanvaard. En de sterren zijn rusteloos uitgestorven, en de wereld die werd onbewoonbaar verklaard.