Zijn jas heeft hij gekregen van een trut die een goed werk deed Zijn schoenen zijn versleten en zijn broek gescheurd Hij is een wandelende smartlap met het uitzicht van een smeerlap Net een ouwe krant, hij is gisteren gebeurd.
Maar kom mij nu niet vertellen dat je eenzaam bent en dat voor jou de zon niet schijnt overal waar mensen wonen kan ik jou doe vrienden tonen die net zó leven dat je eenzaamheid verdwijnt.
Al jaren koopt zij brood, voor och ja, je kan nooit weten er mocht een iemand komen die bij haar wou blijven eten maar er is niemand die ooit komt, en bovendien, ze stinkt naar stront Zij is oud en ongetrouwd, dat had ze eerder kunnen weten.
Maar kom mij nu niet vertellen dat je eenzaam bent en dat voor jou de zon niet schijnt overal waar mensen wonen kan ik jou doe vrienden tonen die net zó leven dat je eenzaamheid verdwijnt.
Zij praten over niets, ze lopen niks te zeggen altijd trager dan de tijd want er is niemand die op hen wacht tenzij dat z' ook broederlijk delen waarvan zij met veel te velen moeten leven wijl de wereld voor een derde verder lacht.
Maar kom mij nu niet vertellen dat je eenzaam bent en dat voor jou de zon niet schijnt overal waar mensen wonen kan ik jou doe vrienden tonen die net zó leven dat je eenzaamheid verdwijnt.
Tekst en muziek: Ralf McTell Vertaling en arr.: Herman Elegast