refr.:
Oh heideroosje, wat ben je mooi
Oh heideroosje, in je lentetooi
Ik pluk dit roosje en geef het jou
M'n heideroosje, schenk jij je hartje gauw

Op de groene heide in 't mulle witte zand
Wandelt blijgezind een jeugdig paartje hand in hand
Vriendelijk schijnt het zonlicht en verwarmd het jong geluk
Daar plukt hij een roosje en meteen zingt hij verrukt

refr.

Schemering, heide glanst in 't licht der zilveren maan
Als de twee geliefden weer gelukkig huiswaarts gaan
Heideroosjes' hartje is vol vreudge oh zo luid
Als de jonge man haar innig in z'n armen sluit

Oh heideroosje, nu ben je blij
Oh heideroosje, maar ook nooit meer vrij
Want voor dit roosje dat ik je gaf
M'n heideroosje, stond jij je hartje af

Want voor dit roosje dat jij me gaf
M'n heideroosje, stond jij je hartje af